Laat de kinderen zo veel mogelijk lichaamsdelen opnoemen en aanwijzen waar ze er twee van hebben: ogen, armen, voeten etc. Laat ze dit in een spiegel bekijken. Maak een poster ervan.
Vertel t verhaal. Iedere keer als de leerlingen niet kijken, komt de bakpiet pepernoten brengen of de strooipiet pepernoten halen. Leerlingen zien dat de hoeveelheid pepernoten verandert.
(Advertentie)
Zoek op foto's of praatplaten steeds twee dezelfde dingen
De leerlingen maken samen een trein die steeds langer wordt en waar steeds meer spullen bij komen: erbij. De trein maakt verschillende rondes en levert goederen af: eraf.
Steek zelf een aantal vingers op en laat kinderen om de beurt zeggen hoeveel het er zijn. U kunt daarna ook een kind één, twee of drie vingers laten opsteken (naar keuze), de kinderen zeggen het.