Rekenboog voorbeelden in beeld leerroute 1,2,3,4 (in wording)
 
(Advertentie)
(Advertentie)
Wie is het eerst leeg; gooi dobbelsteen en pak je fiches
Elk kind krijgt een eigen kleur fiches. Gebruik kopieerblad 1 als spelbord en leg dit midden op tafel.

De stippen op het blad moeten bedekt worden met fiches: totdat de rij vol is.
(Advertentie)
Laat de kinderen zo veel mogelijk lichaamsdelen opnoemen en aanwijzen waar ze er twee van hebben: ogen, armen, voeten etc. Laat ze dit in een spiegel bekijken. Maak een poster ervan.
Kinderen gooien met een dobbelsteen. Wanneer ze twee stippen gooien, mogen ze twee memorykaarten pakken. Het kind met de meeste kaarten wint.

Klassikaal (in de kring) of in kleine groepen
(Advertentie)
Bloemenspel: pluk bloemen; hoeveel erbij en hoeveel eraf
Een leerling gooit met de kleurendobbelsteen. Van de kleur die hij gooit, mag hij een paar bloemen in de tuin zetten (op een groen vel karton)
Piet strooit pepernoten en kinderen rapen ze op.
Vertel t verhaal. Iedere keer als de leerlingen niet kijken, komt de bakpiet pepernoten brengen of de strooipiet pepernoten halen. Leerlingen zien dat de hoeveelheid pepernoten verandert.
(Advertentie)
Zoek op foto's of praatplaten steeds twee dezelfde dingen
Kinderen zoeken naar foto’s waarop twee dezelfde dingen afgebeeld zijn. Die foto’s worden tentoongesteld bij een grote ‘2’.
Kopieerblad: waar zie je 2 dezelfde dingen?
(Advertentie)
(Advertentie)
Speel busje: hoeveel gaan eraf en hoeveel komen erbij?
Kinderen spelen dat ze met de (school )bus gaan. Het instappen wordt gekoppeld aan ‘erbij’ en het uitstappen aan ‘eraf’.
pakjes afleveren met de trein: pakjes eraf en erbij
De leerlingen maken samen een trein die steeds langer wordt en waar steeds meer spullen bij komen: erbij. De trein maakt verschillende rondes en levert goederen af: eraf.
Eekhoorn brengt kastanjes en vos haalt ze weg
De leerkracht vertelt een verhaal over eekhoorn Eddie die kastanjes voor zijn wintervoorraad verzamelt, en vos Victor die ze wegpikt.
Kinderen pakken steeds genoeg voorwerpen om een tafel voor twee te dekken.
Kinderen zoeken naar twee dezelfde voorwerpen. In kleine groepen kiezen ze uit een mandje de voorwerpen waar er twee van zijn.
Steek zelf een aantal vingers op en laat kinderen om de beurt zeggen hoeveel het er zijn. U kunt daarna ook een kind één, twee of drie vingers laten opsteken (naar keuze), de kinderen zeggen het.