Zit het getal .... in jouw huisnummer.
( Leuk om ouders er foto's van te laten nemen) Ze kunnen het thuis ook overschrijven.
Welke getallen nog meer.
Versier je huisnummerbordje.
Je wil boeken sturen naar je vriendin. die passen niet in 1 doos. Je verdeelt ze in 2 dozen samen met de kinderen. Doe er 4 in, doe er 1 in. Onthoudt dit. Herhaal dit met dichte dozen met cijfer erop.
Laat de ll lootjes met patroonkaartjes trekken en bij goede cijfer leggen. Laat 2 kinderen lootjes trekken, 1 met symbool, 1 met patroon. Welke horen bij elkaar?
Steek vingers op. Hoeveel zijn het er? Pakt dat cijfer. Waar past dat in?
Variant, haal cijfers weg. Welk cijfer is weg en blijft leeg.
Zie je nog meer van die getallen in de klas.
Trek zelf ook iets aan met een cijfer. Zoek nu kinderen met hetzelfde getal. Bekijk dan de andere cijfers op kleding. 31 is bijv 3 en 1. Afsluitend kleurplaat t-shirt kleuren en cijfer erop zetten
Vul dozen met een aantal spulletjes. Schrijf op de deksel cijfers en laat ze het juiste deksel op de doos doen. Zet ze op de goede volgorde. Wat is meer/minder? Je eigen doos maken.
Laat ze de foamcijfers in een rijtje (bruggetje() leggen waar ze over kunnen. Elke dag is het burggetje stuk en laat je het opeenvolgend opnieuw leggen. Soms mist een cijfer-welke?
Neem lege doos ijsjes mee. Zeg dat je feestje hebt en ijsjes wil trakteren. Er komen 4 mensen en de juf wil zelf ook dus 5 ijsjes. Zitten er genoeg in de doos? Hoeveel moet erbij, hou ik dan over.....
U heeft zelf een setje getalkaartjes in een bakje liggen. Laat er steeds eentje zien terwijl u het getal uitspreekt. Wanneer een kind dat getal heeft, wordt het betreffende kaartje omgedraaid
Kwartetspel te downloaden op rekenboog.
Met het kwartetspel ook andere spellen
- op volgorde leggen (van klein naar
groot en andersom)
- rangtelwoorden oefenen
- memory
Hang een lijn op. Vouw zelf kaartje 1 er overheen. Elk kind krijgt een kaartje uit de 'wasmand'. Laat ze de kaartjes op de juiste plek hangen. Draai de kaartjes om en vraag welk getal waar ligt.
Geef de ll zes kaartjes. Roep steeds een getal om. Heb je het getal dan draai je je kaartje om. Degene die het eerst alle kaartjes omgedraaid heeft, heeft gewonnen.
2 aan 2. Tafels gescheiden door karton. De een heeft aantal voorwerpen voor zich. Laat aan vingerbeelden zien hoeveel. De ander raad/telt. Karton weg voor controle.