Leerlingen leggen individueel of in tweetallen getalkaartjes op volgorde. Krijgen steeds een kaart met een andere hoeveelheid appels in een getalpatroon, die ze onder het juiste getal moeten leggen.
Twee dozen spullen. Leerlingen zoeken dezelfde spullen uit elke doos en tellen die bij elkaar op. Dit noteren ze op het bord. Teken doos 1 en 2. Spullen ervoor. Cijfer erin. Zie les
Elke dag 1 euro in geknutselde/meegenomen spaarpot. (echt/nepgeld) Hou bij elke dag hoeveel je hebt. (rondjes achter je foto)
Wissel in voor briefje. Hou eventueel vrijmarkt om echt te kopen.
Open de les en kopieer het kwartet op dik karton. Speel het spel.
Wat ook kan:
- op volgorde leggen (van klein naar groot en andersom)
- rangtelwoorden oefenen
- memory
De leerlingen zoeken de juiste deksel bij de juiste doos met een bepaald aantal appels. Wanneer de deksels erop zitten, doen de leerlingen verschillende opdrachten met de dozen.
Aan de hand van vingerpoppen leren de leerlingen dat iedereen vijf vingers aan elke hand heeft. Ze tellen eerst de vingerpoppen, dan de vingers, en leggen zo een relatie tussen het vingerpoppen/vinger
Twee dozen en boeken. Boeken in de ene doos. Pakket dicht. Cijfer erop zetten. Boeken in de andere doos. Dicht. Cijfer erop. Hoeveel bij elkaar? Zie les voor uitbreiding.
Weten leerlingen dat je het geld dan kan wisselen? Zo niet, stel dan voor om de euromunten in te wisselen voor munten die meer waard zijn: munten van twee euro. Etc.