U heeft zelf een setje getalkaartjes in een bakje liggen. Laat er steeds eentje zien terwijl u het getal uitspreekt. Wanneer een kind dat getal heeft, wordt het betreffende kaartje omgedraaid
Laat de ll lootjes met patroonkaartjes trekken en bij goede cijfer leggen. Laat 2 kinderen lootjes trekken, 1 met symbool, 1 met patroon. Welke horen bij elkaar?
Ga op de telefoon/afstandsbediening op zoek naar bijv het cijfer 4. Laat het aanwijzen, schrijven in de lucht. Laat ze ook drukken op de toets (zorg voor geluidje of actie)
Op de kalender de verjaardagen bekijken, Zoek je leeftijd uit de cijfers. Als ze hun leeftijd horen, laat ze een activiteit doen (klappen, stampen, zingen etc.)
Laat ze de foamcijfers in een rijtje (bruggetje() leggen waar ze over kunnen. Elke dag is het burggetje stuk en laat je het opeenvolgend opnieuw leggen. Soms mist een cijfer-welke?
Vul dozen met een aantal spulletjes. Schrijf op de deksel cijfers en laat ze het juiste deksel op de doos doen. Zet ze op de goede volgorde. Wat is meer/minder? Je eigen doos maken.
Hang een lijn op. Vouw zelf kaartje 1 er overheen. Elk kind krijgt een kaartje uit de 'wasmand'. Laat ze de kaartjes op de juiste plek hangen. Draai de kaartjes om en vraag welk getal waar ligt.