Maak een trein/bus van stoelen. Steeds kinderen bij halte eraf/erbij. Laat ze blijven tellen.
Verwerking bus knutselen met kinderen. Vergelijk meeste minste kinderen.
Hoeveel eieren nodig om je doos te vullen? Pak ze.
Nu rooft de vos (juf) er een aantal weg. Als je weet hoeveel dan krijg je ze terug.
Hoeveel hield je er over?
Vertel dat je schoenen gekocht heb. Laat de dozen met schoenen zien en geef aan dat het altijd 2 zijn.
Doe de dozen dicht en vraag hoeveel het er nu bij elkaar zijn.
Schrijf op!
Kettingen rijgen. Waar zie je rode kralen. Vijf achter elkaar?
Ik zie er hier, twee en verderop drie, dat is samen vijf. En hier 4 en nog 1 daar, is samen 5
Grote zak paaseitjes. Twee teams. Ieder kind pakt handje paaseitjes.
Heeft een team samen 5 wit/rood etc. dan een punt.
Neem 2 ll Hoeveel wit heeft de een. Hoeveel moet de ander erbij doen voor 5?
Fruitpauze. Fruit tellen van de kinderen (anders fruitschaal) Steeds 5 neerleggen in de 5 dobbelsteen structuur.
Variant: leg een doek erover en haal er 1 of 2 weg. Hoeveel over?